Elke autofabrikant calculeert bij het afleveren van een auto een veiligheidsmarge. Deze veiligheidsmarge heeft als doel dat de auto onder de meest extreme omstandigheden zoals weersinvloeden, slechte brandstoffen en motorolie blijft functioneren. In Europa zijn omstandigheden ten aanzien van brandstof-, oliekwaliteit en onderhoudsinterval goed te noemen. Dit geeft ons de mogelijkheid om iets van de veiligheidsmarge te benutten zonder schade aan de motor te richten.
Elke injectiemotor is voorzien van een ECU, de zogenaamde Electronic Control Unit.
De ECU regelt onder andere de injectie, de lucht/brandstof verhoudingen en het ontstekingstijdstip. Dit allemaal als functie van parameters, zoals: toerental, temperatuur en dichtheid van de lucht, stand van het gaspedaal, accuspanning etc. Bij turbomotoren bepaalt de ECU ook de laaddruk. Al deze gegevens worden verzameld door één of meerdere (EPROM)-chips. Tijdens het programmeren wordt de originele opgeslagen informatie in de chip(s) vervangen door geoptimaliseerde gegevens om het vermogen en het koppel te verhogen. Het resultaat is een aangenamer en vlotter motorkarakter. Performance Base houdt tijdens het optimaliseren rekening met de geldende Europese emissie-eisen.